Vrijdag 5 januari, 9u ‘s morgens. De deurbel zeurt je wakker.
Twee agenten aan de deur. Een man van in de vijftig en een jongere vrouw. Of ze even binnen mogen komen.

En dan, de overrompeling. De graafmachines. Witte plastiek schermen rond het huis. De fotografen. Een helikopter.

Stel je voor: op een dag blijkt je vader een monster te zijn. Een moordenaar.

Door deze duistere nacht theater volgen we een een broer en een zus. Hoe ze komaf proberen maken met hun oorsprong, hun genen, hun vader. Hoe ze iemand anders trachten te worden dan zichzelf. Hoe ze kerven in hun erfenis. Maar uiteindelijk nooit los kunnen komen van de fantoompijnen die daarmee samen gaan.

Drie zangers, drie acteurs en een pianist nemen je mee in een voorstelling over zoeken naar wie je bent. Over vechten tegen je genen, je hersenschors, tegen de zondes die je erft. Over een eigen weg en waarheid zoeken in het leven.